Biologie

 


 

 

 

 

 

 

 

 

In de onderbouw dient het vak biologie als basis voor alle leerlingen om op het gebied van bijvoorbeeld het menselijk lichaam of de natuur algemeen ontwikkeld te geraken.
Iedere dag komen we in aanraking met het vak biologie.
Of het nu gaat over gezonde voeding, de griepprik, de Q koorts of Aids, biologie gaat over het leven van plant, dier en mens.

 

In klas 1 ligt de nadruk op hoe een organisme in elkaar zit en zijn plaats in de natuur. We gebruiken daarbij de loep of de microscoop om informatie te verkrijgen. Tevens wordt er aan het eind van het jaar een werkstuk gemaakt of een presentatie gehouden over organismen in de natuur.
 

In klas 2 ligt de nadruk op de menskunde, hoe zit je lichaam in elkaar, hoe werken de verschillende organen. Onderwerpen als voortplanting, ademhaling, bloedsomloop en je spijsvertering komen uitgebreid aan bod en worden daarbij ondersteund door videomateriaal,practica en modellen.

In klas 3 ligt de nadruk op enkele onderwerpen die in klas 2 niet meer aan bod zijn gekomen zoals erfelijkheid, evolutie en zintuigen en wordt er extra aandacht besteed aan praktische vaardigheden om de overgang naar het vierde leerjaar te vergemakkelijken.

In de bovenbouw is het een verplicht vak in het NG-profiel en een keuzevak in het NT-profiel. Er vindt verdieping plaats en het vak wordt behoorlijk abstract en daarmee moeilijker. Er komt scheikunde aan te pas om biologische processen uit te diepen.
Wanneer biologie je ligt, is het een leuk vak met veel extra mogelijkheden, afhankelijk van je
motivatie. Het Binaslab biedt veel mogelijkheden, zodat iedere leerling wel een leuk
onderzoek kan bedenken. Ook worden er een aantal aanvullingen op de gewone lesstof
uitgevoerd.

Enkele voorbeelden worden hieronder gegeven.

  • Reizende DNA-labs
  • Exo’s (experimentele opdrachten)
 

Reizende DNA-labs
In de leerjaren 4, 5 en 6 van havo en vwo wordt jaarlijks een mobiel lab van een van de universiteiten (Delft, Leiden, Nijmegen, Utrecht en Wageningen) uitgenodigd. Dit houdt in dat practica die niet op school kunnen worden uitgevoerd toch door de leerlingen kunnen worden gedaan.
Meestal zijn dit practica rondom DNA of kankeronderzoek. In de voorbereidende les wordt door de docent uitgelegd wat het practicum inhoudt en hoe de technieken werken. Erg ingewikkeld, maar erg interessant en altijd actueel. Tijdens de practica staat het doen centraal. De leerlingen kunnen de diverse technieken zelf doen en diezelfde les (2 uur) wordt de uitslag al gegeven, b.v. welk gen veroorzaker is van een bepaalde soort tumor (kanker) of wie de dader is van een misdrijf. In de afsluitende les wordt er teruggeblikt en wordt er gecontroleerd
of alle leerlingen het hebben begrepen.

 

Exo’s
In havo 5 en vwo 6 voeren de leerlingen een groot zelfstandig experiment ( EXO) uit. Alle praktische vaardigheden die ze geleerd hebben tijdens de voorafgaande jaren kunnen nu in praktijk gebracht worden.